Paardentherapie

Een vriendin van me is co-assistent in een gerenommeerd academische instelling. Ze wil graag psychiater worden. Onlangs was er een onderzoeksbespreking op de afdeling psychiatrie over een bijzondere therapie; ‘contextuele paardentherapie’ voor probleemgezinnen. In deze therapie worden probleemgezinnen voor een week naar Spanje gestuurd om zich onder te dompelen in non verbale communicatie met paarden. Een week lang wordt een puberale PDD-NOSer (als dat nog bestaat) samen met zijn emotioneel labiele moeder blootgesteld  aan paardenfluisteren, paardenknuffelen, paardenpower, merriemeditaties en paardreading. Dat laatste: ik heb geen idee wat het is maar het klinkt wel goed.

Die vriendin vertelde me dit enthousiast, maar ook met enige terughoudendheid. Ze was wel wat skeptisch over het effect van de therapie. Zou het daadwerkelijk gezinnen gaan helpen om hardnekkige systeemproblematiek die al jarenlang bestaat te doorbreken?  Maar goed, nieuwe therapieën verdienen ook een kans.

De lezing werd door de paardentherapeute zelf gegeven. Laten we haar voor het gemak Anky noemen, tevens een goede vriendin van een van de psychiaters. Dat deed ze fantastisch; niets dan lof. Die had van haar passie haar beroep kunnen maken en had inmiddels met gemeentegeld. (Even hypothetiserend; in een individueel gesprek met een ambtenaar van de gemeente– toevallig een goede vriendin –  had Anky de gemeente kunnen overtuigen van de kracht van paardentherapie). 

De kosten zijn maar 10.000 euro per week per gezin en er waren     nu al tien      gezinnen naar Spanje overgevlogenvoor een weekje paardenpower. Volgens Anky      was de therapie een groot succes. De gezinnen gingen in goede psychische gezondheid terug naar ons koude kikkerland.

Natuurlijk kunnen we ons afvragen of de kinder- en jeugdpsychiatrie wel bij de gemeente ondergebracht moet worden; we kunnen ons afvragen of we als maatschappij deze kosten op ons moeten nemen, of we kunnen ons afvragen of dit wel evidence based therapie is waar een universitair medisch centrum mee geassocieerd wil worden. Daar wil ik het eigenlijk niet over hebben, want daar weet ik      te weinig van af om daar echt over te oordelen. Ik was er immers niet bij en kon vooralsnog geen literatuur vinden over deze innovatieve therapie. Bovendien maakte die therapeute volgens mijn vriendin wel een betrouwbare indruk.

Waar ik me wel over wil bekommeren zijn twee zaken. Ten eerste die vriendin. Die had na de presentatie en de daaropvolgende discussie een ietwat beknellend gevoel gekregen bij haar voorkeur voor de psychiatrie. Moest ze wel psychiater worden? Ze hield namelijk helemaal niet van paarden; sterker nog. Ze haatte die malle beesten met hun grote gebitten en gedomesticeerde uiterlijk. Ze zag het echt niet zitten om haar gebrekkige liefde voor deze onwelriekende edele beesten op te krikken. Bovendien was ze allergisch voor paarden. Ze twijfelde sterk of ze met voortdurende allergische reacties, een loopneus en een erythemateuze huid wel een succesvolle therapeut zou kunnen worden. Hoe moest ik mijn vriendin nu overtuigen?

Ten tweede wil ik me bekommeren over het potentiele dierenleed     . Is het wel ethisch om die paarden bloot te stellen aan probleemgezinnen? Ik kan me zo voorstellen dat een vervelend joch met ADHD net iets vaker die lieve dieren pest, knijpt, bespuugt of aan hun paardenstaarten trekt. Bovendien zal de voortdurende emotionele mishandeling waarschijnlijk ook geen kattenpis zijn. Ik hoop dat die paarden zelf ook een therapie krijgen die herstelgericht werkt en ze goed voorbereid op de etterbakkies die in Spanje hun edele leven zuur komen maken.

Mijn vriendin heb ik naderhand toch weten te overtuigen om haar passie voor psychiatrie om te zetten naar een opleidingsplaats. Ik stuurde haar een artikeltje over de enorme effectiviteit (zowel klinisch als op epigenetisch niveau) van electroconvulsietherapie bij ernstige depressies. Echt een belachelijk goede studie van collega’s van een GGZ instelling. Ze fleurde weer helemaal op. Dat was net het laatste zetje wat ze nodig had om voor een opleidingsplek te bemachtigen. Wel academisch, want die epigenetica is echt wonderlijk gaaf.