Het ging al een tijdje niet zo goed met een van de psychiaters hier in de instelling. De voorbereidingen voor de ophanden zijnde Wet verplichte ggz (Wvggz) namen de laatste weken van het jaar bijna haar hele leven over. Er werden wetboeken gelezen en nog eens gelezen, samenvattingen en stroomschema’s gemaakt, vergaderd, overleggen gepleegd, cursussen en bijscholingen gevolgd en presentaties aan collega’s gegeven. Die dan weer vervelende moeilijke vragen stelden, waar niemand ooit aan had gehad en waarop niemand het antwoord wist.
Ik begon me zorgen te maken. Over de Wvggz, maar vooral ook over mijn collega. Ze ging nooit meer mee lunchen en kwam nauwelijks achter haar computerscherm vandaan. Elke keer dat ik haar zag, was ze bleker, zat heur haar warriger en soms had ze dagen achter elkaar dezelfde kleren aan. De wallen onder haar ogen hadden bijna recht op een eigen postcode. Sinds de daadwerkelijke invoering van de Wvggz, nu alweer een paar weken geleden, heb ik haar zelfs helemaal niet meer gezien.
Tot vanochtend, bij de koffieautomaat. Ze zag er uitgerust uit, als herboren. Ze was er even tussenuit geweest, vertelde ze, de natuur in. Even herstellen na die hectische tijd en dat gedoe met die nieuwe wet. Ze had in een mooie accommodatie gezeten. Ik weet niet precies waarom, maar dat woord, accommodatie, triggerde mij. Ondertussen vertelde ze enthousiast verder. Het eten was prima en ze had aan yoga gedaan, wat geschilderd, gewandeld in de natuur en het hardgelopen weer opgepakt. Heerlijk! Ze kon er weer helemaal tegenaan. Ze ging zo meteen weer lekker in de weer met zorgplannen, zorgkaarten en wat al niet meer.
Misschien had ik iets meer tijd moeten nemen voor het maken van de e-learning Wvggz. Misschien had ik braaf alle droge filmpjes met de guitig knipogende geneesheer-directeur moeten afkijken in plaats van ze na enkele minuten doorklikken. En toen wist ik het plotseling. Accommodatie! Met de Wvggz wordt de jaren geleden ingezette eufemistisering van de ggz en het ggz-jargon stilzwijgend verder doorgevoerd. Na de eerdere afschaffing van het woord patiënt, is het woord instelling, of nog erger ziekenhuis, blijkbaar ook niet meer bon ton en moet men spreken over accommodaties. Waar patiënten vroeger beter werden, of zelfs genazen, in ziekenhuizen, werken cliënten nu aan hun herstel in accommodaties.
Genoeg gemijmerd, ook ik moet weer aan de slag. De Wvggz geeft ons vak een extra dimensie. En daarmee bedoel ik niet alleen de extra hoeveelheid papierwerk en logistieke rompslomp. Ik voel me tegenwoordig namelijk ook een soort reisbureau. Heerlijk! Ook vandaag ga ik weer een hoop mooie accommodaties uitzoeken en regelen. Eerst samen met enkele cliënten voor in hun zorgmachtiging. En daarna, vanavond, lekker met de laptop en een glas goede wijn op de bank, voor mezelf en mijn vriendin voor de zomervakantie. Ik kan niet wachten om straks genoeglijk in het zonnetje een beetje te herstellen van alle hectiek en het papierwerk van de Wvggz.